De belangrijkste feiten over klimaat en energie
- De zeespiegelstijging neemt niet of nauwelijks toe
- De CO₂- en temperatuurstijging zijn gunstig voor mens en natuur
- Er is geen toename van extreem weer
Klimaatverandering
De temperatuur stijgt, maar niet alarmerend
De gemiddelde temperatuur op aarde is in 150 jaar met ongeveer 1°C gestegen (afbeelding 1).
- Dat is vergelijkbaar met het gemiddelde temperatuurverschil tussen Groningen en Maastricht.
- De afgelopen 20 jaar is er nauwelijks meer stijging van de temperatuur (afbeelding 2).


De huidige temperatuurstijging is niet uitzonderlijk.
- Ook zonder menselijke invloed zijn er altijd fluctuaties in het klimaat geweest. Zoals te zien is in afbeelding 3 is er zeker geen sprake van een ongekende (‘unprecedented’) stijging in de vorm van een hockeystick.
- Ook het tempo van verandering is niet uitzonderlijk: in de middeleeuwen steeg de temperatuur sneller dan nu.

Gevolgen
De zeespiegelstijging neemt niet of nauwelijks toe
De meest betrouwbare metingen van de zeespiegel zijn getijdenmetingen die overal in de wereld in kustplaatsen plaatsvinden. Deze laten geen versnelling van de zeespiegelstijging zien.
- Zeepiegelstijging voor de Nederlands kust is al meer dan 150 jaar constant (afbeelding 4).
- Ook in de rest van de wereld is niet of nauwelijks versnelling van de stijging te zien (afbeelding 5).
- De gemiddelde stijging is 1,4 tot 2 millimeter per jaar. Dat is 14 tot 20 centimeter per eeuw.


De alarmerende voorspellingen van het IPCC zijn gebaseerd op satellietmetingen en computermodellen. Het is echter de vraag of deze metingen betrouwbaar zijn; de resultaten wijken al sinds de start in 1993 af met wat gemeten wordt aan de kusten.
- Satellietmetingen laten een stijging zien van 3,3 mm per jaar, bijna 2 keer zo hoog als de getijdenmetingen.
- Het meten van de zeespiegel vanuit een satelliet is erg onnauwkeurig door allerlei storende invloeden en het ontbreken van een vast referentiepunt.
- Voor de correctie wordt gebruik gemaakt van modelberekeningen; het resultaat is dus geen meting, maar een berekening waarvan de uitkomst nog geverifieerd moet worden.
De CO₂- en temperatuurstijging zijn gunstig voor mens en natuur
Het klopt dat de CO₂-concentratie in de atmosfeer invloed heeft op het klimaat, maar CO₂ is geen vervuilende stof. Integendeel, het is de basis voor al het leven op aarde. Planten groeien sneller bij een hogere CO₂-concentratie. Door de CO₂-stijging is de aarde de afgelopen 30 jaar veel groener geworden (afbeelding 6).
- Het heeft gezorgd voor een toename aan planten en bomen over een gebied dat gelijk staat aan twee keer de oppervlakte van de Verenigde Staten.
- Er zijn regionale verschillen, maar per saldo is de woestijnvorming afgenomen.
- Bomen en planten nemen nu jaarlijks veel meer CO₂ op dan in 1960; de toename is zelfs groter dan de totale jaarlijkse uitstoot als gevolg van fossiele brandstoffen.
- De temperatuurstijging is over het algemeen gunstig voor de leefomstandigheden van de mens.
Er zijn serieuze bedreigingen voor natuur en milieu, maar die staan los van klimaatverandering.
- De vergroening door CO₂ en hogere temperaturen zijn goed voor de biodiversiteit.
De voedselproductie is de afgelopen 60 jaar sterk gestegen. De opbrengst per hectare is zelfs sneller gestegen dan de wereldbevolking (afbeelding 7).
- De stijging van de CO₂ heeft de noodzakelijke toename van de voedselvoorziening mede mogelijk gemaakt.


Er is geen toename van extreem weer
Door de opwarming van de aarde neemt het verschil in temperatuur tussen de tropen en hogere breedtegraden af. De hogere temperaturen hebben daardoor geen extremer weer tot gevolg.
- Het aantal en de omvang van orkanen en van extreme neerslag neemt niet toe.
- De gemiddelde droogte in de wereld neemt gemiddeld zelfs iets af.
- Er is wereldwijd een duidelijke afname in de jaarlijkse omvang van bosbranden.



Oorzaken
Het opwarmend effect van CO₂ is kleiner dan verondersteld
- De alarmerende voorspellingen over de temperatuur en de zeespiegel zijn gebaseerd op computermodellen. Metingen laten tot nu toe een veel kleinere temperatuurstijging zien dan de modellen hadden voorspeld (afbeelding 11).
- Veel wetenschappelijke onderzoeken komen uit op een klimaatgevoeligheid die veel lager ligt dan het IPCC veronderstelt, in de meeste gevallen ruim onder 1°C.
- Er bestaat geen overeenstemming over de vraag of hoe het komt dat de CO₂-concentratie stijgt. IJskernmetingen op Antarctica en Groenland laten zien dat de CO₂-concentratie tot nu toe altijd het gevolg is geweest van temperatuurverandering en niet de oorzaak.
Verstedelijking verklaart een deel van de gestegen tempertuur
De gemiddelde temperatuur is in 150 jaar met 1°C gestegen. Een belangrijk deel van deze verhoging is te verklaren door de verstedelijking, die weer het gevolg is van de groei van de wereldbevolking. Bebouwing en bestrating zorgen voor een hogere temperatuur. In het centrum van een stad is is het tot wel 5°C warmer. Ook in de omgeving van veel weerstations is de bebouwing en bestrating in de loop der jaren toegenomen.
- Stations in een stedelijke omgeving laten vaak een grotere stijging zien dan landelijk gelegen weerstations.
- Uit satellietmetingen blijkt het effect van verstedelijking op het weerstation in De Bilt meer dan 0,5°C te bedragen.
- De laatste decennia is er een steeds groter verschil tussen aan de ene kant de gemeten temperatuur boven land en aan de andere kant die boven zee en op basis van satellieten (ongeveer 0,5°C, afbeelding 13).


Vele factoren beïnvloeden het klimaat
Naast CO₂ en verstedelijking zijn er tal van andere factoren die het klimaat beïnvloeden, die op tijdschalen van uren tot miljoenen jaren werken. Het gaat om een chaotisch proces van oceaanstromen, de overgangen van waterdamp, water en ijs in de atmosfeer, neerslag, convectie, zonneactiviteit, bewolking, biologische processen, vulkaanuitbarstingen en vele andere processen en effecten. Al deze processen hebben ook nog een wisselwerking op elkaar; ze kunnen elkaar tegenwerken of juist versterken. Zo is de onzekerheid over de bewolking vele malen groter dan het effect van de CO₂-concentratie in de atmosfeer.
Een van de belangrijkste factoren in het klimaat is de zon. Er zijn de afgelopen jaren honderden wetenschappelijke publicaties verschenen, die een significante invloed van de zon op het klimaat aangeven. Zo hebben de variaties in de zonneactiviteit (aantal zonnevlekken) invloed heeft op de hoeveelheid kosmische straling, dat op zijn beurt bepalend is voor de hoeveelheid bewolking.
Het klimaat is bijzonder complex. In een eerder rapport heeft het IPCC zelf gesteld dat een langetermijnvoorspelling van het klimaat niet mogelijk is.
Maatregelen
De huidige klimaatmaatregelen zijn slecht voor natuur en milieu
Een van de belangrijkste maatregelen in het klimaatbeleid is het gebruik van biomassa. Grote energiebedrijven als Vattenfall en Eneco ontvangen hiervoor een bedrag van €11,4 miljard aan overheidssubsidie en verkopen het als ‘groene’ stroom. De verbranding van biomassa (houtstook) is echter de slechtst denkbare oplossing: van alle brandstoffen zorgt het voor de meeste CO₂-uitstoot en luchtverontreiniging. Bovendien leidt het tot ontbossing, terwijl bossen juist CO₂ opnemen.
Zonne- en windenergie kenmerken zich door een lage energiedichtheid. Eén windmolen of zonnepaneel levert naar verhouding maar heel weinig energie op. Om er iets aan te hebben, zijn er dus heel veel van nodig. Juist deze grote schaal leidt tot ernstige natuur- en milieuproblemen.
- Het zorgt voor grote hoeveelheden niet- of slecht-recyclebaar afval.
- Windmolens en zonnepanelen tasten het landschap aan.
- Windmolens vormen bij grote aantallen een bedreiging voor vogels, vleermuizen en insecten en geven overlast voor omwonenden.
- De grootschalige inzet van hernieuwbare energie vormt wereldwijd een bedreiging voor kwetsbare natuurgebieden en biodiversiteit.
De bouw van grote hoeveelheden windmolens, zonnepanelen en elektrische auto’s gaat gepaard met een explosieve groei in het gebruik van (zeldzame) elementen, zoals lithium, kobalt, neodymium, koper, nikkel, enzovoorts. De sterke groei in de hoeveelheden delfstoffen werkt dramatisch uit voor het milieu.
- De mijnbouw die hiervoor nodig is, leidt in kwetsbare landen tot sociale misstanden in mijnbouwgebieden, ernstige milieuverontreiniging en aantasting van de biodiversiteit
- De mijnbouw blijkt ook een belangrijke motor voor ontbossing, met name in het tropisch regenwoud.


Het huidig klimaatbeleid is niet effectief
Op basis van een factcheck van de Volkskrant kosten de klimaatmaatregelen tot 2050 gemiddeld €20 miljard per jaar. In 2030 leidt dit tot een geplande reductie van 49 megaton CO₂ per jaar, oftewel €400 per ton CO₂-reductie. Hierbij is de uitstoot van biomassa niet meegeteld, anders is de reductie maar 32 megaton, dus €630 per ton CO₂. Een belangrijke reden voor deze hoge kosten is de keuze in Nederland voor relatief ineffectieve maatregelen:
- De kosten van zonne- en windenergie zijn erg hoog (afbeelding 18), zeker als deze energievormen een relatief groot deel uitmaken van de totale energiemix.
- Aardgas heeft van alle energievormen de laagste uitstoot. Het vervangen van aardgas voor de verwarming van gebouwen door elektrische warmtepompen of stadswarmte is duur en zet maar weinig zoden aan de dijk.
- Elektrische auto's stoten tijdens het rijden geen CO₂ uit, maar die uitstoot is er wel bij de productie van elektriciteit en de bouw van de auto's. De CO₂-winst is daardoor erg klein (of zelfs negatief).
Met andere maatregelen is voor minder geld een veel grotere CO₂-reductie mogelijk.
- Kernenergie stoot geen CO₂ uit en heeft veel minder impact op het milieu. Een vergelijking tussen Frankrijk en Duitsland laat zien dat elektriciteitsopwekking op basis van kernenergie goedkoop is en veel CO₂-winst oplevert.
- Er is nog relatief veel winst te behalen door slecht-geïsoleerde woningen versneld te isoleren.
- CO₂-compensatieprojecten laten zien dat in minder ontwikkelde landen CO₂-reductie een fractie kost van wat we in Nederland uitgeven. Dit soort projecten verminderen niet alleen structureel de uitstoot van CO₂ maar zijn er ook gunstig voor de economische ontwikkeling en het milieu. Voor de mondiale CO₂-uitstoot maakt het niet uit waar de CO₂-reductie tot stand komt.