home  > gevolgen  > zeespiegel  > ipcc-2019

IPCC-rapport over zeespiegelstijging

Het IPCC meldt dat de zeespiegel versneld aan het stijgen is. In het jaar 2100 verwacht het IPCC afhankelijk van het scenario een stijging van 30 tot 110 centimeter. De veronderstelde versnelling is echter het gevolg van het combineren van twee verschillende meetmethodes, namelijk getijdenmetingen voor de oude data en satellietmetingen voor de nieuwe data. Verder maakt het IPCC gebruik van klimaatmodellen voor de stijging in de toekomst. Getijdenmetingen laten tot nu toe nog geen enkele versnelling zien in de stijging.

De dreigende zeespiegelstijging volgens het ipcc
Afbeelding 1: De dreigende zeespiegelstijging volgens het ipcc
Op 25 september 2019 is het rapport The Ocean and Cryosphere in a Changing Climate van het IPCC verschenen over de huidige en toekomstige zeespiegelstijging en de risico's op overstromingen. De belangrijkste boodschap in het rapport is dat de mondiale zeespiegel versneld aan het stijgen is en dat deze versnelling zal doorzetten. Het IPCC geeft aan dat de stijging in de 20e eeuw ongeveer 15cm bedroeg (1,5mm/jaar), maar dat de huidige stijging (vanaf 2006) meer dan verdubbeld is: 3,6mm/jaar en versnellend. Het IPCC komt voor het jaar 2100 uit op een stijging van het zeeniveau van 30 tot 60 centimeter in het reële scenario, en op een stijging van 60 tot 110 centimeter in het meest extreme IPCC-scenario (RCP85).

Het eerste dat opvalt is dat de schattingen een stuk minder extreem zijn dan sommige onderzoeken uit het recente verleden. In een studie van Garner et al. uit 2017 werd nog gerekenend met een stijging van maximaal 2,6 meter in 2100 in het RCP85-scenario.

Geen overeenstemming met metingen

Maar het belangrijkste dat opvalt is dat de dagelijkse getijdenmetingen (tide gauges) een heel ander beeld laten zien. Zowel aan de Nederlandse kust als op andere plaatsen in de wereld stijgt de zeespiegel al decennialang met dezelfde snelheid en in een veel lager tempo. In het overgrote deel van de meetstations op de wereld is geen enkel teken van versnelling te zien. Ook het Deltares-rapport van 2018 concludeerde nog dat van een versnelling geen sprake is. De gemiddelde stijging op basis van getijdenmetingen varieert in verschillende onderzoeken tussen de 1,4 en 2,0 mm per jaar (Frederikse et al., 2018). Als deze trend zich doorzet, betekent dat voor het jaar 2100 ongeveer 17 centimeter stijging in 100 jaar, dus veel minder dan de IPCC-scenario's.

De vraag is dus hoe dit zo kan verschillen. Dat het IPCC op deze fundamenteel andere conclusie uitkomt, heeft twee oorzaken. In de eerste plaats maakt het IPCC in één grafiek gebruik van twee verschillende meetmethodes. Zij maken onderscheid in vier tijdsperiodes: van 1901-1990 is de stijging 1,38mm/jaar, in de periode 1970-2015 2,06mm/jaar, in de periode 1993-2015 3,16mm/jaar en in de periode 2006-2015 3,58mm/jaar. De tweede periode (gedeeltelijk) en de derde en vierde periode (geheel) zijn gebaseerd op satellietmetingen, terwijl de eerste periode gebaseerd is op getijdenmetingen. De satellietmetingen laten al vanaf de start in 1992 een hogere stijging zien dan de getijdenmetingen, namelijk ongeveer 3,3 mm/jaar. Deze afwijking is al jaren bekend. In het artikel Het meten van de zeespiegel op deze website wordt hier nader op ingegaan. Het is dan ook niet duidelijk waarom het IPCC voor deze aanpak kiest. Door gebruik te maken van twee verschillende meetmethoden waarvan bekend is dat ze verschillende resultaten opleveren, onstaat het vertekende beeld dat sprake zou zijn van versnelde opwarming.

De verwachtingen en metingen van de zeespiegelstijging
Afbeelding 2: Door in één grafiek de gegevens van getijdenmetingen, satellietmetingen en modelberekeningen te combineren, laten de IPCC-scenario's een versnelling zien in de zeespiegelstijging. De getijdenmetingen laten op dit moment geen versnelling zien van de stijging.

In de tweede plaats zijn de verwachtingen voor de toekomstige zeespiegelstijging gebaseerd op de klimaatmodellen en de verschillende scenario's die daarin zijn doorgerekend. Al eerder is geconstateerd dat de klimaatmodellen niet erg betrouwbaar zijn, doordat verschillende factoren (zoals bewolking) niet goed zijn in te schatten. De modellen blijken een slechte voorspeller van de temperatuur op aarde. Maar dat betekent dat de modellen ook weinig waarde hebben als voorspeller van de zeespiegelstijging. Het rapport over de zeespiegelstijging voor de Nederlandse kust laat al zien dat de voorspellingen van het KNMI (gebaseerd op de IPCC-scenario's) een veel te grote stijging veronderstelden.

Het onderzoek van Alberto Boretti (2020) komt op basis van de beschikbare getijdenmetingen tot dezelfde conclusie: “The tide gauge records are subjectively used until 1993 but are then ignored since 1993. The relative sealevels in the LTT (long term trend) tide gauges have not accelerated since 1990. They have been oscillating about the same trendline before and after 1990, rising at the same rate.” Nederlands“De getijdenmeters worden subjectief gebruikt tot 1993, maar worden daarna genegeerd sinds 1993. De relatieve zeespiegelniveaus in de LTT-getijdenmeters (lange termijn trend-getijdenmeters) zijn sinds 1990 niet versneld. Ze oscilleren rond dezelfde trendlijn voor en na 1990 en stijgen met hetzelfde tempo.”

Doordat het IPCC gebruik maakt van twee verschillende meetmethoden voor de historie en van onzekere computermodellen voor de toekomst ontstaat een heel ander beeld dan wanneer je sec naar de getijdenmetingen kijkt. Het is niet uit te sluiten dat de zeespiegel in de toekomst sneller kan gaan stijgen, maar dat blijkt tot nu toe nog niet uit de metingen.

Referenties

Baart, F., G. Rongen, M.P. Hijma, R. De Winter, en R. Nicolai. ‘Zeespiegelmonitor 2018 : de stand van zaken rond de zeespiegelstijging langs de Nederlandse kust’. Deltares, 2018.

Boretti, Alberto. ‘The Pattern of Sea-Level Rise across the North Atlantic from Long-Term-Trend Tide Gauges’. Ocean & Coastal Management 196 (1 oktober 2020): 105309. https://doi.org/10.1016/j.ocecoaman.2020.105309.

Frederikse, Thomas, Svetlana Jevrejeva, Riccardo E. M. Riva, en Sönke Dangendorf. ‘A Consistent Sea-Level Reconstruction and Its Budget on Basin and Global Scales over 1958–2014’. Journal of Climate 31, nr. 3 (1 februari 2018): 1267-80. https://doi.org/10.1175/JCLI-D-17-0502.1.

Garner, Andra J., Michael E. Mann, Kerry A. Emanuel, Robert E. Kopp, Ning Lin, Richard B. Alley, Benjamin P. Horton, Robert M. DeConto, Jeffrey P. Donnelly, en David Pollard. ‘Impact of climate change on New York City’s coastal flood hazard: Increasing flood heights from the preindustrial to 2300 CE’. Proceedings of the National Academy of Sciences 114, nr. 45 (7 november 2017): 11861-66. https://doi.org/10.1073/pnas.1703568114.

Intergovernmental Panel On Climate Change (Ipcc). The Ocean and Cryosphere in a Changing Climate: Special Report of the Intergovernmental Panel on Climate Change. 1ste dr. Cambridge University Press, 2022. https://doi.org/10.1017/9781009157964.


< Vorige Gewijzigd: 28-06-2023 Volgende >