Extreem weer
Extreme weersituaties kunnen een grote verwoestende gevolgen hebben. Het gaat daarbij om bijvoorbeeld orkanen, maar ook overstromingen of juist droogte hebben grote maatschappelijke en economische gevolgen. Ondanks alle berichtgeving is er geen sprake van toenemende schade door klimaatgerelateerde natuurrampen. Integendeel, het jaarlijks aantal slachtoffers is de afgelopen 100 jaar dramatisch afgenomen, zoals te zien is in de volgende twee grafieken van Ourworldindata.org van de Universiteit van Oxford.
De grafieken laten zien dat het verleden de meeste slachtoffers zijn gevallen als gevolg van droogte en overstromingen. Het ging hierbij soms om miljoenen slachtoffers per jaar. Dat was met name het geval aan het einde van de negentiende eeuw. Toen trof een reeks hongersnoden grote delen van Azië, waardoor sterfte ontstond op een schaal die vandaag de dag ondenkbaar zou zijn. In de periode 1875 tot 1878 zorgden gelijktijdige, meerjarige droogtes in Azië, Brazilië en Afrika, voor wijdverbreide mislukte oogsten. De hongersnood die hierdoor ontstond, heeft aan meer dan 50 miljoen mensen het leven gekost en had langdurige maatschappelijke gevolgen. De gebeurtenis houdt verband met een buitengewone combinatie van koele tropische omstandigheden in de Stille Oceaan (1870-1876), een sterke El Niño (1877-1878) en extreme weersomstandigheden in de Indische en Noord-Atlantische Oceaan (1878). Bron: Singh et al, 2018.
De voorbeelden laten zien dat extreem weer niet uitzonderlijk, maar van alle tijden is. Voor alle klimaatgerelateerde natuurrampen is sprake van een afname van het aantal slachtoffers, ondanks de groei van de wereldbevolking. Deze afname is vooral het gevolg van betere waterhuishouding en beschermingsmaatregelen. Het laat zien dat mensen zich goed te weer kunnen stellen tegen dit soort rampen, zelfs als door klimaatverandering het weer extremer zou worden.
Hittegolven
Volgens het laatste IPCC-rapport is het vrijwel zeker dat wereldwijd het aantal en de intensiteit van hittegolven is toegenomen. Zoals uit de grafiek van Ourworldindata.org blijkt, is het aantal hittegolven in de Verenigde Staten sinds 1970 inderdaad toegenomen. In de interactieve grafiek is dit duidelijker zichtbaar te maken door het begin van de tijdas op 1970 in te stellen. Maar de grafiek laat ook zien dat in de jaren dertig van de vorige eeuw het aantal hittegolven veel groter was.
Door te kijken over een langere periode is duidelijk dat voor zover er al een toename is van het aantal hittegolven, deze niet toe te schrijven is aan menselijke invloed door de uitstoot van broeikasgassen. Kennelijk zijn er andere (natuurlijke) factoren van invloed.
Bij de hier gegeven grafiek moet nog worden bedacht dat de temperatuurgegevens waarop deze grafiek in gebaseerd, zijn aangepast (gehomogeniseerd). De aanpassingen hebben vooral tot gevolg gehad dat (uitzonderlijk) hoge temperaturen in het verleden naar beneden zijn bijgesteld. Zo is door aanpassingen van het KNMI (het naar beneden bijstellen van vooral hogere temperaturen) het overgrote deel van de hittegolven in Nederland van vóór 1951 uit de boeken verdwenen.
Neerslag
Op het gebied van neerslag (regen, sneeuw, hagel) is het beeld genuanceerd. In de totale hoeveelheid neerslag is geen grote verandering waar te nemen zoals te zien is in de volgende grafiek van OurWorldinData.org van de Universiteit van Oxford. Dit beeld komt overeen met de conclusies van een onderzoek van Nguyen et al., 2018, dat er geen bewijs is voor een toename van de neerslag op mondiale schaal in relatie tot global warming.
Voor het risico op overstromingen is niet zozeer de hoeveelheid neerslag per jaar belangrijk, maar vooral of er grote hoeveelheid neerslag is in een korte tijdsperiode. Onder invloed van de gestegen gemiddelde temperatuur is de kans op intensieve neerslag toegenomen. Volgens het laatste IPCC-rapport zijn de de frequentie en intensiteit van zware neerslag waarschijnlijk in de meeste regio's op de wereld toegenomen. In de volgende grafiek is het percentage van het landoppervlak in de Verenigde Staten weergegeven, dat in een jaar een of meer dagen met veel neerslag (boven een bepaalde drempelwaarde) heeft gehad.
De toenemende extreme neerslag betekent echter niet automatisch dat het aantal overstromingen toeneemt. IPCC AR6: “However, heavier rainfall does not always lead to greater flooding. This is because flooding also depends upon the type of river basin, the surface landscape, the extent and duration of the rainfall, and how wet the ground is before the rainfall event”
Volgens het IPCC is er in sommige regio's sprake van een toename in de kans op overstromingen, o.a. in delen van Azië, zuid Zuid-Amerika, het noordoosten van de VS, Noordwest-Europa en de Amazone. In andere regio's is juist sprake van een afname, met name in delen van de Middellandse Zee, Australië, Afrika en het zuidwesten van de VS. In ieder geval zijn de veranderingen niet toe te schrijven aan door mensen veroorzaakte klimaatverandering: “There is low confidence in the human influence on the changes in high river flows on the global scale”
Droogte
Droogte kan leiden tot misoogsten en honger en heeft daarmee ernstige economische en maatschappelijke gevolgen. Vaak wordt het gebrek aan regenval in verband gebracht met klimaatverandering. Zo waarschuwde het IPCC in haar vierde rapport in 2007 (pag. 6) nog dat droogte als gevolg van menselijke invloed wereldwijd vaker voorkwam. In het vijfde rapport van 2013 (pag. 162) moest het IPCC toegeven dat deze uitspraak overtrokken was: er was sinds het midden van de 20e eeuw geen trend aan te geven (bij gebrek aan goede waarnemingen, methodologische onzekerheden en inconsistenties) en acht zij op wereldschaal een toename in omvang en duur van droogte onwaarschijnlijk.
Ook in het laatste IPCC-rapport (AR6) is de conclusie dat op enkele uitzonderingen na er geen sprake is van menselijke invloed op meteorologische droogte. Zij stellen wel dat van menselijke invloed sprake is bij wat zij noemen ‘ecologische en landbouwkundige droogte’, oftewel droogte die het gevolg is van bijvoorbeeld slechte waterhuishouding, ontbossing, enzovoorts.
Uit een studie uit 2014 van Zengchao Hao blijkt dat op mondiale schaal de droogte in de laatste decennia zelfs is afgenomen, zoals te zien is in onderstaande grafiek.
Ondanks de regelmatige suggesties vanuit de media dat dit wel zo zou zijn, is er ook in onze regio geen toename van droogte. In een recente studie - Vincente-Serrano et al. 2020 - is gekeken naar langetermijntrends in droogte in West-Europa van 1851 tot 2018, met een focus op neerslagtekorten. Onderstaande figuur toont de geaggregeerde trends voor de regio als geheel. Ze concluderen: "Our study stresses that from the long-term (1851–2018) perspective there are no generally consistent trends in droughts across Western Europe"
Het beeld dat er geen sprake is van toenemende droogte is ook in lijn met wat hierover is vermeld bij woestijnvorming.
Orkanen
Op basis van de IPCC-klimaatmodellen is de verwachting dat de orkanen in aantal en kracht zullen toenemen (hierboven weergegeven bij ‘extreme weather’). Maar tot nu toe is dat nog niet waargenomen. Uit statistische data en verschillende langetermijnstudies blijkt dat het aantal en de kracht van orkanen in de wereld de afgelopen decennia niet is toegenomen, zoals te zien is in de volgende figuur (inventarisatie Dr. Ryan Maue). Er is eerder een licht dalende trend te zien.
Het NOAA (het Amerikaanse KNMI) concludeert ook over orkanen in het Atlantische gebied: "Therefore, we conclude that it is premature to conclude with high confidence that human activity–and particularly greenhouse warming–has already caused a detectable change in Atlantic hurricane activity."
Referenties
IPCC. ‘Climate Change 2021: The Physical Science Basis. Contribution of Working Group I to the Sixth Assessment Report of the Intergovernmental Panel on Climate Change’. Cambridge, United Kingdom and New York, NY, USA: Cambridge University Press, 2021. https://doi.org/10.1017/9781009157896.
Knutson, Tom. ‘Global Warming and Hurricanes’. Text. World. Geraadpleegd 28 juni 2023. https://www.gfdl.noaa.gov/global-warming-and-hurricanes/.
Maue, Ryan N. ‘Recent Historically Low Global Tropical Cyclone Activity: GLOBAL TROPICAL CYCLONE ACTIVITY’. Geophysical Research Letters 38, nr. 14 (juli 2011): n/a-n/a. https://doi.org/10.1029/2011GL047711.
Nguyen, Phu, Andrea Thorstensen, Soroosh Sorooshian, Kuolin Hsu, Amir Aghakouchak, Hamed Ashouri, Hoang Tran, en Dan Braithwaite. ‘Global Precipitation Trends across Spatial Scales Using Satellite Observations’. Bulletin of the American Meteorological Society 99, nr. 4 (1 april 2018): 689-97. https://doi.org/10.1175/BAMS-D-17-0065.1.
Ritchie, Hannah, Pablo Rosado, en Max Roser. ‘Natural Disasters’. Our World in Data, 7 december 2022. https://ourworldindata.org/natural-disasters.
Singh, Deepti, Richard Seager, Benjamin I. Cook, Mark Cane, Mingfang Ting, Edward Cook, en Michael Davis. ‘Climate and the Global Famine of 1876–78’. Journal of Climate 31, nr. 23 (1 december 2018): 9445-67. https://doi.org/10.1175/JCLI-D-18-0159.1.
Vicente-Serrano, Sergio M., Fernando Domínguez-Castro, Conor Murphy, Jamie Hannaford, Fergus Reig, Dhais Peña-Angulo, Yves Tramblay, e.a. ‘Long-Term Variability and Trends in Meteorological Droughts in Western Europe (1851–2018)’. International Journal of Climatology 41, nr. S1 (2021): E690-717. https://doi.org/10.1002/joc.6719.