home  > maatregelen  > effectiviteit  > kosten-zon-wind

De kosten van zonne- en windenergie

Door de vele verborgen kosten is het inschatten van de kosten voor de toepassing van zon en wind bij de opwekking van stroom complex. Het relatieve aandeel zon en wind in de totale energiemix, blijkt grote invloed te hebben op de totale (integrale) kosten per MWh. Met de huidige klimaat- en energieplannen zullen voor Nederland de extra jaarlijkse kosten voor voor de beperking van de uitstoot naar verwachting oplopen tot €15 - €19 miljard in 2030.

Het inschatten van de kosten van alle energiemaatregelen uit het energieakkoord en het klimaatakkoord is complex. Het probleem is vooral dat naast de directe steun in de vorm van subsidies, veel kosten verborgen zijn en moeilijk in te schatten. Het gaat niet alleen om de directe overheidssteun bij investeringen in zonne- en windenergie en het gebruik van biomassa, maar bijvoorbeeld ook gunstige regelingen voor de prijs van de afgenomen energie (bijvoorbeeld de salderingsregeling, gegarandeerde prijzen, enzovoorts) en het niet doorbelasten van extra te maken kosten in het netwerk.

De waarde van hernieuwbare energie

De nieuwe energiebronnen zoals foto-voltaïsche cellen en windturbines hebben het voordeel dat er geen brandstofkosten zijn. Bovendien nemen de bouwkosten af: het bouwen van zonnepanelen en windturbines is in de loop der jaren goedkoper geworden. Maar de bouwkosten zeggen niet alles. Het gaat namelijk niet alleen om kosten, maar ook om de waarde van de nieuwe energie. Doordat zon en wind maar een deel van de tijd energie leveren en vrij onvoorspelbaar zijn, is de waarde veel lager dan traditionele energievormen. Het is te vergelijken met de waarde van een auto die in aanschaf vergelijkbaar is met andere auto's, maar waar je maar een deel van de tijd mee kan rijden en bovendien niet bekend is wanneer dat is.

Deze lagere waarde is te berekenen door te kijken naar de zogenaamde systeemkosten. Dat zijn kosten die gemaakt moeten worden om de nieuwe energiebronnen in het netwerk in te passen. Deze blijken substantieel te zijn. Doordat zon en wind sterk variabel en onzeker zijn, moeten in het netwerk veel aanpassingen plaatsvinden om de leveringszekerheid te kunnen waarborgen. Het gaat hierbij om onder meer de volgende zaken.

  • Bestaande centrales krijgen steeds meer de functie van backup voor als het niet waait of als de zon niet schijnt, waardoor die centrales veel minder gunstig kunnen leveren. De centrales kunnen nog maar een deel van de tijd inkomsten genereren en in de tijd dat ze wel draaien neemt het rendement sterk af door het regelmatige aan- en uitschakelen ('profile' kosten).
  • Bij decentrale opwekking, zeker op zee, moeten Tennet en de energienetwerkbedrijven veel extra kosten maken om hun netwerken hiervoor geschikt te maken ('grid' en 'connection' kosten).
  • Door de variabiliteit van wind en zon zijn meer kosten nodig om de stabiliteit van de stroomvoorziening te garanderen ('balancing' kosten).

De waardedaling door de systeemkosten is in afbeelding 1 weergegeven.

Door de systeemkosten is de waarde van zonne- en windenergie lager dan gemiddeld
Afbeelding 1: Door de systeemkosten is de waarde van zonne- en windenergie lager dan gemiddeld. Bron: Hirth, 2015

De systeemkosten voor variabele hernieuwbare energiebronnen (VRE, zon en wind) nemen sterk toe met het aandeel daarvan in het totale energieaanbod
Afbeelding 2: De systeemkosten voor variabele hernieuwbare energiebronnen (VRE, zon en wind) nemen sterk toe met het aandeel daarvan in het totale energieaanbod. Bron: OECD, 2019

De OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) heeft in 2019 een uitgebreid onderzoek uitgevoerd naar verschillende scenario's (inclusief kosten) om de doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs te realiseren. Uit dit onderzoek blijkt dat de systeemkosten van variabele hernieuwbare energiebronnen (met name zon en wind) sterk afhankelijk zijn van aandeel daarvan in de totale energievoorziening. De kosten nemen meer dan evenredig toe bij een groter aandeel zon en wind. Een en ander is geïllustreerd in de grafiek (afbeelding 2), waarin het percentage VRE (Variable Renewable Energy) varieert van 10% tot 75%. In het scenario met 50% zon en wind zijn twee extra varianten gemaakt, namelijk dat er geen uitwisseling met buurlanden plaatsvindt (No IC) en het geval waarbij er daarnaast geen energieopslag in de vorm van waterkracht mogelijk is (No IC, no flexible hydro).

Te zien is dat de systeemkosten bij een groot aandeel sterk toenemen. In het geval van 75% variabel betekent het bijna een verdubbeling van de kosten. Voor Nederland is ook van belang dat opslag van energie in de vorm van waterkracht/stuwmeren niet aan de orde is, waarmee ook 50% zon en wind al tot onevenredig hoge kosten leidt.

Kosten van 100% CO₂-vrije opwekking

De bijzonder hoge systeemkosten voor wind en zon blijken ook uit een recent onderzoek van het Center of American Experiment naar de gevolgen van de omschakeling naar een 100% CO₂-vrije energieopwekking in de Amerikaanse staat Minnesota. De plannen van de huidige gouveneur van deze staat voor volledig CO₂-vrije opwekking in 2040, kosten meer dan $300 miljard en leiden tot extra jaarlijkse kosten van bijna $4000 per jaar per gezin tot 2050.

Om de kosten van wind en zon te beoordelen in vergelijking met andere energiebronnen, gebruiken de onderzoekers de zogenaamde Levelized Cost of Energy (LCOE). De LCOE berekent de kosten van het opwekken van elektriciteit per MegaWattUur (MWh) door binnen de veronderstelde levensduur, de totale hoeveelheid opgewekte elektriciteit te delen door alle kosten (aanschaf, onderhoud, brandstof, financiering, afvalverwerking, enzovoorts). De LCOE-schattingen zijn dus te vergelijken de kosten van een auto per gereden kilometer, na verrekening van alle kosten.

Bij integrale doorrekening van de kosten, blijken zon en wind veel duurder te zijn dan traditionele energiecentrales
Afbeelding 3: Bij integrale doorrekening van de kosten, blijken zon en wind veel duurder te zijn dan traditionele energiecentrales. Bron: Center of American Experiment, 2022: The High Cost of 100 Percent Carbon-Free Electricity by 2040

Voorstanders van wind- en zonne-energie komen vaak tot een veel te lage LCOE door de berekening uit te voeren voor een enkele wind- of zonne-installatie die toegevoegd wordt aan een bestaand netwerk. Het onderzoek van de het Center of American Experiment laat zien dat bij het volledig CO₂ neutraal maken, grote kosten gemaakt moeten worden om verzekerd te blijven van een betrouwbare leverering op elk moment van de dag. Het gaat daarbij met name om de grote extra capaciteit en opslag voor de momenten dat er onvoldoende zon of wind is.

In afbeelding 3 zijn de LCOE-kosten weergegeven per energiesoort. De noodzakelijke overcapaciteit en daarmee stilstand (curtailment) vormt de belangrijkste oorzaak van wind- en zonne-energiekosten: er is ruim 7 keer meer capaciteit nodig dan noodzakelijk is om aan de piekvraag te voldoen. Zon en wind blijken bij grootschalige inzet veel duurder per MWh dan traditionele energiecentrales.

Kosten Nederland

In Nederland is niet erg duidelijk hoe hoog de kosten voor hernieuwbare energie precies zijn. Op de energierekening is weliswaar een post energiebelasting zichtbaar, maar een deel blijft verborgen in de netwerk- en leveringskosten. Op 21 juni 2023 gaf minister Rob Jetten in de Tweede Kamer aan dat het pakket maatregelen van €28 miljard de uitstoot met 80 Megaton CO₂ vermindert, en zo leidt tot een beperking van van de opwarming van 0,000036 °C. Zelfs als alle landen naar rato even veel zouden investeren, gaat het om minder dan één honderdste graad Celsius (nog steeds onmeetbaar klein) NederlandsDe Nederlandse uitstoot is ongeveer 0,46% van de wereldwijde uitstoot. De opwarming is in dat geval ruim 200 keer groter dan 0,000036 °C, namelijk 0,0078 °C. De berekening is op basis van een inschatting van het IPCC; in werkelijkheid is de impact waarschijnlijk nog veel lager (zie klimaatgevoeligheid) en zijn de totale kosten veel hoger. Op basis van een factcheck van de Volkskrant kosten de klimaatmaatregelen tot 2050 gemiddeld €20 miljard per jaar.

Zelfs als de cijfers van Jetten kloppen, zijn de huidige plannen bijzonder kostbaar. Een bedrag van €28 miljard voor 80 Mt CO₂ komt neer op €350 per ton CO₂. Ter vergelijking: het compenseren van CO₂ door de aanleg van bossen kost €5 tot €15 per ton CO₂. De hoge uitgaven in Nederland voor het klimaat hebben ervoor gezorgd dat we nu al koploper zijn in de belasting op energie. Volgens het Oostenrijkse HEPI (Household Energy Price Index) heeft Nederland het hoogste percentage belasting op aardgas voor huishoudens in Europa. Ook bij de belasting op benzine scoort Nederland hoog, zoals te zien is in Afbeelding 5. Deze cijfers uit 2022 zijn afkomstig van het IEA (Internationaal Energie Agentschap).

Energiebelasting op aardgas voor huishoudens, inclusief BTW.
Afbeelding 4: Het percentage energiebelasting op aardgas voor huishoudens in Europa (inclusief BTW) in augustus 2023. Bron: HEPI

Belasting per liter benzine in verschillende landen in US$.
Afbeelding 5: Belasting per liter benzine in verschillende landen in US$ in 2022. Bron: IEA Data Explorers

Waterstof

Omzetting van elektriciteit naar waterstof en weer terug naar elektriciteit
Afbeelding 6: Bij de omzetting van elektriciteit naar waterstof en weer terug naar elektriciteit gaat circa 70% van de energie verloren. Bron: Deutsche Welle
De laatste tijd wordt veel gesproken over het gebruik van groene waterstof om het grillige karakter van zonne- en windenergie op te vangen. Met name de Europese Unie heeft op dit gebied grote ambities. Het is belangrijk om op te merken dat waterstof een energiedrager is en geen energiebron. Waterstof moet geproduceerd worden. Het idee is dat bij een overschot aan zonne- en windenergie de stroom door middel van elektrolyse om te zetten in waterstof. Deze waterstof kan dan worden gebruikt voor onder meer de verwarming van gebouwen, voor transport en om er weer elektriciteit van te maken in periodes dat het onvoldoende waait en/of de zon niet schijnt. Op die manier zouden alleen nog maar zonne- en windmolenparken nodig zijn om permanent stroom te leveren; fossiele centrales voor backup zijn dan niet meer nodig.

Om dit te realiseren zijn echter twee conversieslagen nodig, eerst van stroom naar waterstof (elektrolyse) en daarna van waterstof naar stroom (brandstofcel). Beide stappen samen plus de verliezen voor compressie en opslag zorgen als snel voor een totaal verlies van 70% van de opgewekte energie. Dat betekent dus dat er drie keer zoveel windmolens en zonnepanelen nodig zijn om dezelfde hoeveelheid stroom te leveren. De kosten per kilowattuur zullen navenant stijgen, nog afgezien van de investeringen die nodig zijn voor de omzetting van en naar waterstof. Ook de belasting voor het milieu van de extra windmolens en zonnepanelen zal dan nog veel verder toenemen.




< Vorige Gewijzigd: 20-09-2023 Volgende >