home  > maatregelen  > milieu-aspecten  > afval

Afval als gevolg van het klimaatbeleid

‘Hernieuwbare’ energiebronnen als zon en wind verbruiken per hoeveelheid opgewekte energie minder fossiele brandstoffen, maar méér grondstoffen. Veel van deze grondstoffen zijn moeilijk recyclebaar en schadelijk als ze in het milieu terecht komen. Dit geldt ook voor de accu's van elektrische voertuigen. Met name in minder welvarende landen leidt dit tot grote problemen voor mens en natuur.

Voor drie van de belangrijkste onderdelen van het klimaatbeleid, te weten windmolens, zonnepanelen en elektrische voertuigen, geldt dat er de komende jaren een groot afvalprobleem gaat ontstaan. Voor alle drie geldt dat:

  • er zeer grote aantallen van nodig zijn;
  • de levensduur relatief kort is;
  • de gebruikte materialen voor een groot deel niet herbruikbaar zijn.

Verbruik materialen van CO₂-arme energievormen
Afbeelding 1: Verbruik materialen van CO₂-arme energievormen. Bron: EnvironmentalProgress.org op basis van Quadrennial Tecnology Review 2015, Tabel 10.4
De materiaalbehoefte is voor alle drie bijzonder groot en daarmee ook het afvalprobleem. Voor zonne- en windenergie geldt dat de materiaalbehoefte zeker 10 keer zo groot is als bij energiewinning met fossiele brandstoffen. Een groot deel van de grondstoffen is niet te hergebruiken. Het woord hernieuwbaar voor deze energiebronnen is daarom ook minder gelukkig gekozen; ze verbruiken weliswaar geen brandstoffen, maar wel grote hoeveelheden grondstoffen. Onderstaande grafiek geeft een indicatie van het materiaalgebruik van CO₂-arme energiesoorten.

Grote hoeveelheden

Windmolens gaan 20 tot 30 jaar mee. Op zee hebben de turbines in de zoutwateromgeving meer te verduren en is de levensverwachting maar 20 jaar. Op land is 30 jaar haalbaar, maar in praktijk is het vaak gunstiger om al eerder over te gaan op nieuwere, efficiëntere molens. Het betekent in ieder geval dat voor 2050 alle bestaande molens alweer afval zijn geworden.

Windmolens zijn opgebouwd uit vooral beton (voor de fundering) en staal (toren). Voor de bladen maakt men gebruik van kunstvezels (glasvezel, carbon) in combinatie met composieten. Voor één windturbine is zo'n 900 ton staal, 2.500 ton beton en 45 ton kunststoffen benodigd. Alleen het staal is relatief goed te hergebruiken. De gewapende betonvoet kan alleen maar met betonbrekers omgezet worden in kleine brokjes betonpuin (betongranulaat). Hiervoor zijn zware machines nodig die veel energie verbruiken. Het overgrote deel van dit granulaat wordt momenteel verwerkt als fundatiemateriaal, bijvoorbeeld voor wegfundatie, een kleiner deel wordt toegepast als toeslagmateriaal in nieuw beton.

Het grootste afvalprobleem van windmolens heeft te maken met de wieken van de molen. Deze zijn grotendeels gemaakt van kunststoffen: een mengsel van glasvezel of carbonvezel met composietmateriaal. Door deze gemengde samenstelling is het materiaal erg moeilijk te recyclen. Het storten van de bladen is in Nederland niet toegestaan, maar in grote delen van de wereld gebeurt dit wel.

De wieken van windmolens zijn moeilijk recyclebaar en er is vaak geen andere oplossing dan storten
Afbeelding 2: De wieken van windmolens zijn moeilijk recyclebaar en er is vaak geen andere oplossing dan storten
Oude zonnepanelen bevatten veel giftige stoffen, die gemakkelijk in de natuur terecht kunnen komen
Afbeelding 3: Oude zonnepanelen bevatten veel giftige stoffen, die gemakkelijk in de natuur terecht kunnen komen

Ook zonnepanelen hebben een beperkte levensduur (gemiddeld zo'n 20 tot 25 jaar). Van alle energievormen verbruiken zonnepanelen per hoeveelheid geleverde energie het meeste materiaal. Ze bevatten onder andere aluminium, koper, maar ook lood, cadmium en andere giftige (zelfs kankerverwekkende) chemicaliën die niet kunnen worden verwijderd zonder het hele paneel tot in detail uit elkaar te halen. Erger nog, regenwater kan veel van deze giftige stoffen na verloop van tijd uit de fragmenten van zonnepanelen spoelen. Een groot deel van een zonnepaneel bestaat uit glas. Het is moeilijk om dit glas te recyclen, omdat het onzuiverheden als plastics, lood, cadmium en antimonium bevat.

In 2016 schatte het International Renewable Energy Agency (IRENA) dat er tegen het eind van dat jaar wereldwijd 250.000 ton afval van zonnepanelen zou zijn. IRENA raamde dat dit tegen 2050 78 miljoen ton kan worden.

Ook bij elektrische voertuigen gaat het om zeer grote aantallen. Hierbij zijn de aantallen niet anders dan bij benzine- of dieseluitveringen, maar de gebruikte stoffen in de accu's leveren een veel groter afvalprobleem op. De gebruikte lithium-ionbatterijen zijn minder gevaarlijk dan de bekende loodzuuraccu's, maar ze bevatten nog steeds grote hoeveelheden metalen, zeldzame aardelementen en giftige materialen (bijv. elektrolytzouten en oplosmiddelen), die een nadelige invloed kunnen hebben op het milieu en vormen potentieel risico voor de menselijke gezondheid.

Recycling

De grote hoeveelheid afval hoeft geen probleem te zijn als je de materialen door middel van recycling zou kunnen hergebruiken. Het probleem is echter dat het recyclen in veel gevallen complex is en aanzienlijk duurder dan het gebruik van nieuw gewonnen delfstoffen. Dit geldt met name voor zonnepanelen en accu's van elektrische voertuigen. Zo wordt op dit moment wereldwijd nog maar 5% van alle li-ionbatterijen gerecycled.

In Nederland en andere welvarende landen is er over het algemeen adequate regelgeving om te voorkomen dat afval wordt gedumpt en schade aanbrengt aan het milieu. In grote delen van de wereld is dat echter niet het geval. Daar belandt ook nu al veel van het dagelijkse afval op vuilnisbelten en in zee (bijvoorbeeld plastic). Met de grootschalige uitrol van zonne- en windenergie en elektrische voertuigen wordt dit probleem niet alleen omvangrijker, het soort afval is ook veel schadelijker voor mens en natuur. Giftige stoffen zoals cadmium en andere zware metalen kunnen weglekken en het grondwater verontreinigen, of bij verbranding in de atmosfeer terecht komen.

Op dit moment is er voor dit soort afval in de wereld relatief weinig aandacht, zeker als je het vergelijkt met bijvoorbeeld afval van de petrochemische industrie of van kerncentrales. Journaliste Emily Folk formuleerde het als volgt: “When talking about renewable energy, the topic of waste does not often appear. With the pressures of climate change and the urgency to find alternative energy resources, there may be some hesitation to discuss the possible negative impacts of renewable energy and instead focus on the many benefits.” Nederlands“Als we het hebben over hernieuwbare energie, komt het onderwerp afval niet vaak voor. Onder druk van klimaatverandering en de urgentie om alternatieve energiebronnen te vinden, is er aarzeling om de mogelijke negatieve effecten van hernieuwbare energie te bespreken, om in plaats daarvan te focussen op de vele voordelen.”


< Vorige Gewijzigd: 08-11-2020 Volgende >